Hondenziekten

Elke hond heeft de kans om ziek te worden. Bij een jaarlijkse controle van de dierenarts wordt gezorgd dat de hond een goede bescherming heeft voor bepaalde ziektes.
Daarnaast is het belangrijk om je hond goed in de gaten te houden. Gaat je hond minder eten of drinken, is hij lusteloos, loopt hij moeilijker of schudt hij veel met de kop? Elke verandering kan een symptoom zijn dat er iets aan de hand is.
Neem bij twijfel gewoon contact op met je dierenarts, zij zijn geschoold om goed advies te geven!

Hondenziekte, Canine Distemper, Ziekte van Carré
De afgelopen periode is er bij hondenbezitters onrust ontstaan over het bericht dat er een dodelijke hondenziekte heerst. Dat gaat over de Ziekte van Carré, ook wel bekend als de Hondenziekte of Canine Distemper en wordt veroorzaakt door een virus dat ontstekingen kan geven van de neus, luchtwegen, longen, maag en darmen. Minder vaak voorkomend zijn klachten aan de hersenen, ogen en de huid. Honden kunnen in het ergste geval aan de ziekte overlijden.

Hondenziekte is zeer besmettelijk. Het wordt overgebracht via hoesten, niesen, proesten, direct en indirect contact. Het virus is ook aanwezig in ontlasting en urine. Dieren kunnen tot 4 maanden na besmetting het virus uitscheiden.

Honden worden in Nederland standaard geënt op 9 weken, 12 weken, 12 maanden voor de Hondenziekte.
Deze dient normaal elke drie jaar herhaald te worden. De drie-jaarlijkse enting kan worden vervangen door een jaarlijkse  bloedtest (Titercheck®) die de beschermende titers tegen Parvo, Hondenziekte en infectieuze hepatitis (HCC) kan meten. Bij honden die erg veel last hebben van een enting is zo’n bloedtest mogelijk een aanrader. Bij een negatieve test dient een enting herhaald te worden.

Leverziekte (hepatitis, adeno-virus type I)
Leverziekte veroorzaakt leverontsteking met koorts, bloedingen, braken en ontsteking van de ogen. Het wordt verspreid via urine. Leverziekte kan soms voor een plotselinge dood zorgen bij jonge honden.

Parvo (parvovirose)
Het Parvovirus tast de darmen van de hond aan, waardoor ernstige, waterige, vaak bloederige diarree ontstaat. Ook braken en koorts komen voor. Daarnaast zorgt het virus voor weerstandsvermindering waardoor de honden gevoelig zijn voor andere besmettelijke zieken. Vooral pups kunnen snel uitdrogen en daardoor sterven. De ziekte is erg besmettelijk en verspreidt zich via ontlasting. Het virus kan buiten de hond zeer lang (tenminste een jaar) besmettelijk blijven.

Ziekte van Weil (leptospirose)
Honden moeten jaarlijks worden gevaccineerd tegen de Ziekte van Weil (Leptospirose).

Leptospirose bacteriën kunnen ziekteverschijnselen veroorzaken bij o.a. de hond maar ook bij de mens! Besmetting vindt plaats van hond op hond via urine, maar ook via besmette grond of water. Ook kleine knaagdieren kunnen hier een rol in spelen. De leptospirose bacteriën zijn in staat om door de intacte huid en zoolkussentjes heen te dringen en kunnen op die manier een besmetting overbrengen. Het ziektebeeld kan variëren van plots overlijden met bloedingen in de slijmvliezen tot een infectie met koorts, nier en/of leverontsteking.

Milde leptospirose verloopt bij mensen vaak als een fikse griep. Deze vorm van leptospirose kan ervoor zorgen dat je in het ziekenhuis terecht komt, maar is in de meeste gevallen niet levensbedreigend. Dat is anders bij een ernstige leptospirose.

Preventie is dus erg belangrijk!

Het is raadzaam om uw hond jaarlijks te laten vaccineren tegen de ziekte van Weil. Daarnaast is het raadzaam om plekken te mijden waar veel ongedierte voorkomt (niet te laten drinken uit water waar veel ratten voorkomen).

Sinds 2013 is er een nieuw vaccin tegen de ziekte van Weil. Dit vaccin geeft bescherming tegen 4 in plaats van 2 soorten Leptospira (de bacterie).

Als uw hond altijd geënt is met de Nobivac L2 enting en u besluit met uw dierenarts over te gaan op de nieuwe Nobivac L4 enting, dan moet deze nieuwe enting na 4 weken worden herhaald (geboosterd) om een goede bescherming te geven tegen de 2 “nieuwe” varianten.

  • L2 enting ziekte van Weil werkt tegen:
    • L. Icterohaemorrhagiae (overgebracht door ratten)
    • L. Canicula (overgrbracht van hond op hond)
  • L4 enting ziekte van Weil ook tegen:
    • L. Australis (Bratislava) (overgebracht door muizen)
    • L. Grippotyphosa (overgebracht door egels, varkens en paarden)

Lees hier meer over de Ziekte van Weil

Kennelhoest (Bordetella, para-influenza, adeno-virus type 2)
‘Kennelhoest,’ tegenwoordig ook wel besmettelijke hondenhoest genoemd, is een soort verkoudheid die door verschillende ziekteverwekkers kan worden veroorzaakt, namelijk door het para-influenza virus, het adeno-virus type 2 en de Bordetella bacterie.

De ziekte is erg besmettelijk en wordt vooral gezien bij honden die met veel andere honden worden gehuisvest zoals in kennels of pensions, of op shows of bij de hondenuitlaatservice. Soms speelt ook stress een rol. Door blaffen wordt de keel van de honden gevoelig, waardoor deze vatbaar wordt voor infecties.

Lees hier meer over kennelhoest.

Hondsdolheid (rabiës)
Hondsdolheid is een dodelijke ziekte die besmettelijk is voor de mens en voor andere dieren. De ziekte wordt vaak overgedragen via speeksel, bijvoorbeeld bij beten van besmette honden, katten, vossen of vleermuizen. Het virus tast de hersenen aan en veroorzaakt angst en agressie. Honden overleven hondsdolheid niet; mensen moeten na een beet direct worden behandeld want anders verloopt bij mensen deze infectie ook dodelijk.

In Nederland komt hondsdolheid bijna niet meer voor behalve bij vleermuizen, maar in veel andere landen komt de ziekte vaker voor. Daarom is het verplicht om een hond te laten inenten voor u bepaalde landen mag bezoeken. Voor reizen naar alle landen uit de EU is een geldige rabiës vaccinatie verplicht. Ook is een geldige rabiësvaccinatie verplicht voor alle honden die Nederland worden binnengebracht. Daarbij geldt dat de vaccinatie gegeven mag worden vanaf een leeftijd van 12 weken en dan na 3 weken geldig is. Pups onder 15 weken mogen dus niet worden geïmporteerd.

Giardia
Giardia is een van de meest voorkomende darmparasieten bij de hond en de kat.
Een dier wordt besmet door het opeten van de parasiet. Buiten, op plekken waar veel honden en katten komen, is Giardia bijna altijd aanwezig. Ook in het wild levende dieren kunnen de parasiet bij zich dragen en bijdragen aan de besmetting van de omgeving.

De hond wordt besmet  door het opeten van de parasiet. Bijvoorbeeld door buiten te eten of te drinken, of door het likken aan de poten na het uitlaten.

De parasiet kan bij sommige dieren een hardnekkige, terugkerende diarree veroorzaken. In de omgeving van de patiënt kan de parasiet langdurig aanwezig blijven. Het komt daarom veel voor dat een hond zicht opnieuw besmet.

Giardia kan niet bestreden worden met een enting, de hond moet echt behandeld worden met antibiotica.

Een hond met Giardia laten wij niet toe op het veld

Het risico is te groot voor ons. Het is een besmettelijke ziekte wat zeer serieus genomen moet worden. Helaas wordt het nog wel eens onderschat, waardoor de hond zichzelf blijft besmetten. De hond moet behandeld worden met antibiotica en uit de buurt gehouden worden van andere honden. De behandeling duurt meestal tussen de 17 en de 25 dagen. De ontlasting wordt in deze periode getest door de dierenarts.

Ons beleid ten opzichte van Giardia is, dat de hond 2x negatief getest moet zijn voordat hij weer op het veld (en bij andere Giardia-vrije dieren) mag.
Dat kan zomaar 4 tot 5 weken duren.

Een goede en betrouwbare site, waar je meer informatie over deze ziektes kun je vinden, is: www.mcvoordieren.nl