Voorkom ziektes door teken!
Terwijl je vroeger vaak pieken in het voor- en najaar zag, moet je als dierenbezitter tegenwoordig het gehele jaar door bedacht zijn op teken. Er komen er ook méér voor dan vroeger. Het is daarom zaak uw viervoeter regelmatig te controleren. Bij voorkeur na elke wandeling.
Er kan een rode, wat gezwollen plek ontstaan op de plek van een tekenbeet. Deze trekt na een paar dagen weg. De geïrriteerde plek is niet het hoofdprobleem. Dat teken ziektes kunnen overbrengen, zoals de ziekte van Lyme, is een veel groter probleem. Juist daarom is het van belang de teek binnen 24 uur nadat deze zich vast heeft gebeten te verwijderen. Dan is er namelijk nog geen verbinding tussen de gastheer en de maag van de teek en dus een beperkte kans op besmetting.
Tips en aandachtspunten
Wat zijn teken?
Teken zijn geen insecten, maar behoren tot de klasse van spinachtigen.
Verschillende teken in Nederland
Er zijn ongeveer 820 verschillende tekensoorten. Sommige leven in holen of nesten van dieren en hechten zich soms dagenlang vast aan hun gastheer. Andere leven in stallen en woningen en komen alleen ’s nachts tevoorschijn om bloed te drinken.
In Nederland komt een bepaalde soort teek veel voor: de Ixodes ricinus. Dit is de soort die de Ziekte van Lyme overbrengt.
Een andere (niet inheemse) soort is de Rhipicephalus sanguineus die afkomstig is uit de zuidelijke landen, maar zich al jarenlang in Nederlandse woningen weet te handhaven. Buitenshuis sterft deze soort in het Nederlandse klimaat. Met name als ze afkomstig zijn uit de landen rondom de Middellandse zee kunnen deze teken de voor honden gevaarlijke ziekte Babesiose en ook Ehrlichiose overbrengen. Beiden worden veroorzaakt door een parasiet welke de rode bloedcellen aantast, de parasieten kunnen onder de microscoop zichtbaar worden gemaakt.
Weer een andere soort uit zuidelijke landen werd in het voorjaar van 2004 op diverse plaatsen in Nederland gevonden als veroorzaker van Babesiose bij honden. Het betrof hier de Dermacentor-teek, die werd aangetroffen op de besmette dieren. Ten dele bleek dat de teken met andere honden waren meegekomen en hier ook honden hadden besmet die zelf niet in het buitenland waren geweest. De Dermacentor-teek blijkt zich permanent en wijdverbreid in ons land te hebben gevestigd.
Levenscyclus van de teek
Teken hebben vier levensstadia: ei, larve, nimf, en adult. De larve, nimf, en adult (mannetje en vrouwtje) zijn de actieve stadia waarbij een teek in staat kan zijn om infecties te verspreiden.
Op deze foto is te zien hoe klein teken in de larve en de nimf stadia zijn! Zelfs in het volwassen stadium zijn teken slechts enkele millimeters groot. Verder is te zien dat de teek in larve stadium 6 poten heeft, terwijl de teek in nimf- en adultstadium 8 poten heeft.
Een teek verandert van het ene actieve stadium naar het andere actieve stadium door vervelling, wat inhoud dat de teek het oude skelet afwerpt en een nieuwe ontwikkelt die past bij de nieuwe lichaamsstructuur van de teek. Het vervellen vind plaats direct nadat de teek zich heeft gevoed en duurt meestal een paar dagen. De gehele levenscyclus van een teek duurt gemiddeld 2 jaar, maar kan ook slechts 1 jaar tot wel 3 jaar duren, afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel.
Op deze foto is links een teek in larve stadium en rechts een volgezogen vrouwtjes teek te zien. Een enorm verschil in grootte! Alleen vrouwtjesteken nemen bij hun laatste bloedmaaltijd zo enorm in volume toe. Hierna leggen ze duizenden eitjes.
Hoe de teken zich voeden
Als parasieten zijn teken voor hun voeding volledig afhankelijk van de bloed- en weefsel vloeistof van een gastheer, wat een mens, een huisdier, of een wild dier kan zijn, waaronder zoogdieren, vogels en reptielen. Teken bevinden zich in bossen, duinen maar ook vaak in tuinen. Teken gedijen in een vochtige omgeving en leven gewoonlijk in de nabijheid van potentiële gastheren.
Teken klimmen in grassen, struiken en kreupelhout en wachten tot een gastheer vlak langs komt en grijpen zich daaraan vast. Ze detecteren hun potentiële gastheer door de uitgestraalde lichaamswarmte, uitstoot van kooldioxide en wellicht ook door geuren. Een teek blijft gewoonlijk lager dan een meter boven de grond en kan niet springen of vliegen. Dat een teek zich uit een boom laat vallen als een gastheer langskomt, is waarschijnlijk een misvatting.
De meeste teken voeden zich bij voorkeur niet op mensen, maar op herten, muizen, eekhoorns, en vogels. De larven en nimfen vaak op kleine zoogdieren, en de volwassen teken vaak op grotere zoogdieren. Maar als een mens toevallig op het juiste moment langskomt, kan deze ook worden gezien als een geschikte gastheer.
De teek kan via de benen van een persoon omhoog klimmen en nestelt zich bij voorkeur in huidplooien, maar ook wel gewoon op een been of arm. Naast in het wild voorkomende zoogdieren, worden vooral honden, katten en mensen gebeten.
De beet van een teek
De teek zuigt bloed met een speciale steeksnuit (hypostoom). Dit is een van weerhaken voorzien steekapparaat, dat de teek in de huid brengt en waarmee hij zich verankert. Aan weerzijden van de steeksnuit bevinden zich de palpen die de steeksnuit beschermen wanneer deze niet wordt gebruikt.
In het speeksel van de teek zit zowel een verdovende stof als een stof die de bloedstolling tegengaat. Hierdoor wordt de tekenbeet niet gevoeld, en kan de teek zich onmerkbaar ergens neerzetten. Een teek kan enige dagen tot wel een week lang op dezelfde gastheer blijven zitten.
Uit het laatste onderzoek naar teken in Nederland bleek van de onderzochte teken gemiddeld 23,6% geïnfecteerd te zijn met Borrelia burgdorferi. Een volwassen vrouwtjes teek die ziekteverwekkers bij zich draagt kan deze aan een deel van de eitjes doorgeven. De eitjes en de larven kunnen dus al geïnfecteerd zijn. Maar de meeste teken raken geïnfecteerd door zich te voeden met geïnfecteerd bloed van een gastheer. Vooral de nimfen, die al een keer bloed hebben gezogen en dus een grotere kans hebben geïnfecteerd te zijn, vormen een groot risico voor mensen. Daar ze kleiner zijn dan de volwassen teken, worden ze makkelijker over het hoofd gezien.
Hoe langer een geïnfecteerde teek vastzit, hoe groter de kans op een infectie. Een teek moet daarom snel, maar wel secuur, worden verwijderd.